Grote pluimbraam
R. wittigianus H.E.Weber
Osnabr. Naturw. Mitt. 28: 153 (2002).
Holotype: HBG, Weber, Westfalen, Nordteil des Waldes Bredenheide nahe der Ems und Trig. Punkt 62 m SW Greffen (4014.232), 20.7.2002. Weber 02.720.7.
Bladloot hoog boogvormig, stompkantig, zwak tot matig behaard. Stekels 8-20 per internodium, soms iets ongelijk, uit 5-7 mm brede voet snel versmald, gebogen, tot 5-8 mm lang. Steunblaadjes draadvormig. Bladsteel langer dan de onderste zijblaadjes, met 10-17 gebogen stekels. Bladeren 5-tallig, aan de bovenzijde licht behaard, aan de onderzijde met korte kamharen, groen. Bladrand matig grof en vrij regelmatig tot onregelmatig gezaagd met rechte of iets uitstaande tanden. Topblaadje met afgeronde of uitgerande voet, breed elliptisch tot zwak omgekeerd eirond, vrij plotseling tot vrij geleidelijk toegespitst, breedte 52-89% van de lengte. Lengte van het steeltje 26-47% van de lengte van het blaadje.
Bloeitak stompkantig, met vrij dichte afstaande beharing. Stekels 4-8 per internodium, teruggericht tot gebogen, tot 4-6 mm lang. Bloeiwijze vrij breed cilindrisch, meestal tot boven toe bebladerd, met hogerop grote enkelvoudige bladeren die langer zijn dan de bijbehorende zijtakken. Bladeren aan de bovendzijde behaard, aan de onderzijde met korte kamharen, groen. Zijtakken schuin opstaand, rond of iets boven het midden gedeeld. Bloemsteeltjes 8-17 mm lang, dicht afstaand behaard, soms met enkele vrijwel zittende klieren en 5-15 geelachtige stekeltjes. Kelkslippen met verlengde spits, grijsgroen of groen met witte rand, teruggeslagen, zonder stekels of klieren. Kroonbladen (vrijwel) wit, (omgekeerd) eirond, 12-16 mm lang. Meeldraden langer dan de bleekgroene stijlen. Helmhokken kaal. Vrichtbeginsels kaal of met enkele haren. Vruchtbodem behaard. Bloeitijd: eind juni, juli.
Verspreiding: noordelijk Westfalen en aangenzend Niedersachsen; Nederland.
Nederland: Alleen bekend van het natuurgebied De Brand bij Udenhout.