R. negatus A.Beek

 

Grote woudbraam

Rubus negatus Beek

Holotype: L, Van de Beek 98199, Wijster, tegenover biologisch station, 15.7.1998.

Dicht behaarde en beklierde bladloot, zeer zwak bestekeld. Topblaadje hartvormig eirond of omgekeerd eirond, fijn getand. Bloeiwijze met grote bladeren, rijk beklierd en behaard, vrijwel onbestekeld.

Bladloot kantig, 3-5 mm dik, dicht behaard, met 60-250 ongelijke klieren, kleine stekeltjes en klierstekels per 5 cm. Grote stekels 5-30 per internodium, fijn naaldvormig, de langste 1-4 mm lang. Steunblaadjes lijnvormig, dicht beklierd. Bladsteel 5-7 cm lang met beharing, bekliering en bestekeling als die van de bladloot. Bladeren (3 -) voetvormig 5-tallig, aan de bovenzijde iets behaard, aan de onderzijde ook op de nerven weinig niet voelbaar behaard. Bladtanding meestal fijn, zeer ondiep, niet of zeer regelmatig periodisch, met korte spitsjes, ten dele iets naar buiten gericht. Onderste zijblaadjes der 5-tallige bladeren 0-5 mm lang gesteeld, iets korter tot iets langer dan de bladsteel. Topblaadje 94-151 mm lang, hartvormig eirond tot omgekeerd eirond, zeer geleidelijk, meestal lang toegespitst; breedte 49-73(-82)% van de lengte. Lengte van het steeltje 18-30(-43)% van de lengte van het blaadje.

Bloeitak kantig, dicht behaard en beklierd, met enkele zeer fijne naaldstekels. Bladeren meestal zeer groot, topblaadje 8-14 cm lang met afgeronde tot uitgerande voet, elliptisch (omgekeerd-)eirond of ruitvormig. Bloeiwijze aan de voet doorbladerd, cylindrisch of smal piramidaal, dicht behaard en met lange klieren en zeer fijne naaldstekeltjes. Zijtakken afstaand tot opgericht, de onderste 1-14 bloemig, vaak gebundeld. Bloemsteeltjes 11-20 mm lang, dicht grijsviltig-behaard, met ongelijke tot 2 mm lange klieren en enkele zeer fijne naaldstekels. Kelkslippen teruggeslagen tijdens de bloei, daarna los afstaand, (groen-)grijsviltig en behaard, met klieren en klierstekels. Kroonbladen wit, elliptisch, (8 -) 9-11 mm lang. Meeldraden langer dan de geelgroene stijlen. Helmhokken kaal. Vruchtbeginsels kaal of in het begin iets kort behaard. Vruchtbodem behaard. Bloeitijd: juli.

Standplaats: Oude bossen, bosranden en houtwallen op zandgrond.

Gelijkende soorten: Voor de verschillen met R. ignoratus zie aldaar. R. pedemontanus heeft een plotseling toegespitst topblaadje. R. picearum is kaler en heeft veel kleinere omgekeerd eironde of elliptische topblaadjes.

Verspreiding: Het oostelijk gedeelte van de Beneluxlanden en in het Rijnland.

Nederland: Verspreid in Drenthe en op een plaats in Zuid-Limburg.

Verspreiding Verspreiding