Rubus latior A.Beek
Gorteria-Dutch Botanical Archives 39: 99.
Holotype: P (P03241929): "Rubus schlechtendalii W. et N. Forêt de Retz, près de Cuvergnon (Oise), Jllet 1861, Lefèvre.
Bladloot kantig met vlakke zijden, 4-7 mm dik, dicht kort behaard. Stekels 14-25 per internodium, iets ongelijk, uit een 3-5 mm brede voet teruggericht of gebogen, tot 3-5 mm lang. Steunblaadjes lijnvormig, ong. 10 mm, met tere (vrijwel) zittende klieren. Bladsteel 6-10 cm, korter dan de onderste blaadjes, dicht behaard, met 12-20 gebogen stekels, soms met enkele gesteelde klieren. Bladeren 5-tallig, aan de bovenzijde matig behaard tot kaal, aan de onderzijde kort behaard en met op meel of stof lijkende uiterst fijne sterharen. Bladrand met stompe, vrij brede tanden, soms afstaand, niet of nauwelijks periodisch. Topblaadje 10-14 cm lang, ellitisch of iets (omgekeerd) eirond, met brede, uitgerande voet, vrij plotseling (vrij) lang, 15-30 mm, toegespitst. Breedte-lengte index 0,50-0,72. Lengte van het steeltjes 19-38 (-47) % van de lengte van het blaadje. Steeltje van de onderste blaadjes 3-6 mm.
Bloeitak kantig, kort behaard. Bovenste bladeren soms aan de onderzijde iets grijsachtig. Stekels 3-13 per internodium, iets ongelijk, uit een (2-) 3-4 mm brede voet geleidelijk versmald, 3-4 mm lang. Bloeiwijze breed piramidaal of cilindrisch, afgeknot, gewoonlijk doorbladerd, met bladachtige schutbladen aan de top, dicht kort behaard, dikwijks vrijwel viltig, met (vrijwel) zittende klieren en tere stekels. Zijtakken iets opgericht, onder of boven het midden gedeeld, soms gebundeld, de langste met 4-5 bloemen. Bloemsteeltjes 10-20 mm lang, dicht viltig en kort behaard, met vrijwel zittende en 0-10 gesteelde klieren en 0-10 stekels. Kelkslippen los teruggeslagen, dciht grijsviltig, met vrijwel zittende klieren, soms een gesteelde klier en 0-5 stekels. Kroonbladen roze, breed elliptisch tot omgekeerd eirond, 9-13 mm lang. Meeldraden ongeveer evenlang als de geelschtige of vleeskleurige stijlen. Helmhokken kaal. Vruchtbeginsels dicht behaard. Vruchtbodem behaard. Juni-augustus.
Ecol.: lichte bossen, kapvlakten op zandgrond.
Versoreiding: in Nederland alleen tussen Ulvenhout en Chaam.
Gelijkende soorten: voor de veschillen met R. schlechtendalii zie https://natuurtijdschriften.nl/pub/640790 blz. 89